Nederland en Vlaanderen: handen ineen voor hoogwaterveiligheid

Hoogwaterbescherming bij Gemeenschappelijke Maas verbetert

De grootschalige werken aan de zuidelijke Maas in Nederland en Vlaanderen zijn achter de rug. De Maasbewoners tussen Eijsden en Maasmechelen zijn voortaan beter beschermd tegen hoogwater. Aan die rivierverruiming en het tot stand brengen van een nieuw natuurgebied is jarenlang gezamenlijk gewerkt en dat hebben de Nederlandse minister van Infrastructuur en Milieu Melanie Schultz van Haegen en Vlaams minister van Mobiliteit en Openbare Werken Hilde Crevits vandaag gevierd. Beide ministers ondertekenden meteen een nieuwe Vlaams-Nederlandse Intentieverklaring voor de uitvoering van werken aan de noordelijke Grensmaas.

Na de overstromingen van de Maas in 1993 en 1995 hebben Vlaanderen en Nederland samen grootschalige werken uitgevoerd om de inwoners goed te beschermen.

Sinds 2007 is aan Vlaamse zijde de Maas aanzienlijk verruimd. Zowel in Nederland (Eijsden, Maastricht, Borgharen, Itteren) als in Vlaanderen (Smeermaas, Herbricht, Kotem) is de hoogwaterstand met enkele decimeters gezakt, lokaal tot zelfs 30 cm. Deze zogenaamde Vlaamse Boertienlocaties zijn nu opgeleverd en leiden op korte termijn meteen al tot een betere veiligheid van de inwoners bij hoogwater. Door deze werken wordt het overstromingsrisico in Zuid-Limburg verminderd naar één keer in de 250 jaar. De werken werden voornamelijk op Vlaams grondgebied uitgevoerd met Nederlandse middelen voor een totale kostprijs van 5 miljoen euro. Dit is bovenop de uitvoering van het Programma Maaswerken (NL) en het Vlaams investeringsprogramma voor de Maas.

Hiermee zijn eveneens enkele honderden hectaren natuurgebied gecreëerd waarin kan worden gewandeld. Het natuurgebied maakt deel uit van het grensoverschrijdende Rivierpark Maasvallei.

Intentieverklaring Minister Schultz van Haegen en Vlaams minister Crevits verklaarden vandaag opnieuw dat Nederland en Vlaanderen zich maximaal zullen inspannen om de aanvullende Boertien-plus maatregelen weer gezamenlijk ten uitvoer te brengen. Daarmee herbevestigen zij de principes van ’Samen werken aan de Gemeenschappelijke Maas’. Hierdoor kunnen extra maatregelen aan het noordelijke deel van de Grensmaas worden ingezet die bijdragen aan een stabielere en ruimere rivier. Ze tekenden daarover een nieuwe intentieverklaring.

Meer bescherming voor minder geld Minister Schultz: “We hebben een Nederlands probleem – te veel water – aan Vlaamse zijde opgelost. Het besef in Nederland dat we voor hoogwaterveiligheid meer profijt konden halen door financieel bij te dragen in de aanpak van Vlaamse locaties, is een doorbraak. Dat we met hetzelfde geld meer effect op de waterstand hebben bereikt, is pure winst voor alle betrokken partijen.”

Verbinden Minister Crevits: “We hebben getoond dat samenwerking loont. Er is één Maas, één rivier, weliswaar met een oever in Vlaanderen en eentje in Nederland. Eerder dan een grens of een ‘scheidingslijn’ is het een rivier die onze twee Limburgse provincies verbindt. Ik ben dan ook zeer verheugd dat deze vruchtbare samenwerking ook in de toekomst kan worden voortgezet. De volgende wens is om de 45 km Maas in de noordelijke sector samen te gaan beheren.”

Samen beschermen, samen monitoren, samen beheren De regie op de Vlaamse Boertienlocaties is in handen van de VNBM, de Vlaams Nederlandse Bilaterale Maascommissie. Vanuit Vlaanderen participeren nv De Scheepvaart, het Ministerie van Openbare Werken, het Agentschap voor Natuur en Bos, de Vlaamse Provincie Limburg, het Ministerie van Leefmilieu, Natuur en Energie en Vlaanderen Internationaal. Vanuit Nederland participeren Rijkswaterstaat, het Ministerie van Infrastructuur en Milieu, het Ministerie van Economische Zaken, het Waterschap Roer en Overmaas en de Nederlandse Provincie Limburg. Naast het samen werken aan hoogwaterbescherming en natuur- en recreatieontwikkeling realiseert de commissie ook gezamenlijke meet- en monitoringprogramma’s voor de waterstanden, werken ze samen aan waterkwaliteit, inspecties en calamiteitenoefeningen.

Achtegrondinformatie

Boertien: Kotem, Herbricht en Hochter Bampd
Het hoogwater in de winters van 1993 en 1995 leidde in Nederland tot concrete plannen om de bewoners van het Maasdal beter te beschermen. Die plannen kregen vorm in de zogenaamde Commissie Boertien, genoemd naar de toenmalige Nederlandse minister van Verkeer en Waterstaat.Als Nederland Maastricht, Borgharen en Itteren wilde beschermen, dan moesten aan Vlaamse zijde ook ingrepen plaatsvinden, met name aan de drie Vlaamse Boertienlocaties, dat wil zeggen vanaf de Hochter Bampd tot aan Geneuth. De projecten Mazenhoven en Bob Meers maken deel uit van het project Kotem. Het gaat hier bijvoorbeeld om extra bodembescherming of optimalisatie. Nederland investeerde in de uitvoering van deze op Vlaamse oever gelegen projecten, terwijl Vlaanderen de projectvoorbereiding en de noodzakelijke grondaankopen financierde.
Deze werken worden door Vlaanderen en Nederland samen uitgevoerd.

Daarnaast investeren beide waterwegbeheerders ook afzonderlijk in infrastructuurprojecten op de Vlaamse en Nederlandse bodem. Hierbij worden vier principes toegepast:
1. Ruimte geven aan water: de Maas krijgt de ruimte om grote waterhoeveelheden te bergen in een groter winterbed.
2. Een integrale aanpak: de ingrepen houden rekening met effecten bij hoge én lage afvoeren. De waterpeilen bij hoge afvoeren moeten dalen, maar mogen bij lage afvoeren niet dalen. Door de aanleg van negen grinddrempels in de rivier worden de waterstanden bij lage afvoer op peil gehouden om verdrogingsschade aan natuurgebieden te vermijden en de drinkwaterwinning te vrijwaren.
3. Een grensoverschrijdende afstemming en intensieve samenwerking tussen Vlaanderen en Nederland.
4. Synergie met andere sectoren/functies: ontwikkeling van bijkomende natuurgebieden en nieuwe kansen voor recreatie.

Verklaring
Het startsein van de werken werd gegeven in 2005 voor een herinrichting van het gebied van de Gemeenschappelijke Maas om de hoogwaterbescherming te verbeteren en de natuurontwikkeling langs de rivier te versterken. In maart 2005 tekenden Nederland en Vlaanderen een ‘Verklaring met betrekking tot het uitvoeren van werken aan de Gemeenschappelijke Maas’. In deze verklaring onderschreven de toenmalige bewindslieden Peeters (VL), Schultz van Haegen (NL) en Veerman (NL) een samenwerkingsnotitie met wederzijdse plannen ten aanzien van hoogwaterbescherming en natuurontwikkeling.

Vlaams Nederlands Bilaterale Maascommissie
De regie en coördinatie van de uitvoering van de Vlaamse Boertienlocaties is in handen van de VNBM, de Vlaams Nederlandse Bilaterale Maascommissie, opgericht in 2005. Deze succesvolle rivierverruimende maatregelen zijn maar enkele van de vele voorbeelden van samenwerking tussen de Vlaamse en Nederlandse rivierbeheerders.
Zo heeft de VNBM de van oorsprong afzonderlijke Vlaamse en Nederlandse meetstations op het gebied van waterkwantiteit (afvoer en waterstand), waterkwaliteit (chemie) en ecologie geïntegreerd tot grensoverschrijdende meetnetten. Ook op het gebied van onderzoek en modellering gebruiken Vlaanderen en Nederland dankzij de VNBM nu dezelfde gegevens en modellen. Daarnaast is er op veel gebied sprake van een goede operationele samenwerking, zoals bijvoorbeeld bij inspecties en calamiteitenoefeningen.